De bloesemzaal

We staan hier in de Bloesemzaal, de grootste zaal van het Huis, bijna 100 m2. Hier sta je op de grond van het oude Thijhuis, dat is nog eens oale ground, bijna 700 jaar oud. En misschien nog wel veel ouder, dat weten we niet, want er werd pas in 1352 voor het eerst over geschreven. Dat was vlak na de zwarte dood, de grote pestepidemie. Maar het was toen al wel het centrum van de buurschap.

-Op die dekenkist daar staat een datum, zie je? Wat staat er?

-1677!

-Ja, dat is dus de oudste dekenkist van Twente. Bijna alles in deze zaal is uit de 16e en 17e en begin 18e eeuw. Daar, boven de schouw, zie je een grote zandstenen fries van wel twee meter breed, helemaal bewerkt met uitgehakte figuren en versieringen. Die is van ongeveer 1560. Zie je dat kleine zwaantje, daar links onder? Dat is het wapen van de familie Moerbecke. En rechts, die dubbele rij blokjes, dat is de familie Van der Marck. De steen is namelijk gemaakt voor Johan Moerbecke en zijn vrouw Anna van der Marck. Die hebben het oudste deel van het Huis gebouwd, dat gaan straks bekijken.

-Hebben jullie wel eens zo’n grote schouw gezien? Ga er maar eens onder staan en kijk naar boven, naar dat enorme rookkanaal.

-So! (uitroepen van verbazing)

-Moet je die houtblokken zien die ervoor liggen. Ze zijn wel een meter lang en loodzwaar! Daar rechts onder zie je het jaartal 1637 staan. Toen woonden de eerste Bentincks van Breckelenkamp hier, jonker Everhard Bentinck en zijn vrouw Euphemia van der Marck. Die volgden de familie Moerbecke op en ze bouwden het Huis verder uit. Ze lieten net als de Moerbeckes hun sporen na, zoals deze grote schouw. En een van die wapensteen die we net gezien hebben buiten boven de linker deur. En het vaantje op de wachttoren en kijk hier, de prachtige gebrandschilderde ramen hier in de zaal.

-Die ramen zijn in 1638 aan het Huis gegeven door stiftsjuffers van het klooster Wietmarschen, hier niet zo ver vandaan in de Graafschap Bentheim. Wietmarschen werd toen belaagd door de Zweden, het was tijdens de Dertigjarige oorlog. De juffers en hun leider, de abdis zoals dat heet, konden nog net op tijd vluchten, midden in de nacht. Ze werden gered door Everhard Bentinck, die ving de dames op in het Huis.

-Aan die ramen, daar zit nog een heel verhaal aan vast. Te lang om nou allemaal te vertellen. Dat moet je maar eens opzoeken, het heeft in de krant gestaan en het is op de televisie geweest. Maar ze zijn er in 1882 uitgehaald en pas in 2017 op Twickel weer teruggevonden, in stukken en brokken. We hebben de ramen hersteld, dat was een heel groot project dat jaren heeft geduurd. Als je er van dichtbij naar kijkt, zie je nog beter wat een kunstwerken het zijn. In het midden zie je het raam van de abdis. Kan je lezen welke naam daar onder staat?

-Frow en dan nog iets. Wat betekent dat, frow?

-Frow Walburgh van Münster staat er. Frow is vrouw, de woorden zijn een beetje raar, een soort Duits van heel lang geleden. Er staat dat ze abdis is van het klooster Wietmarschen en daar staat het jaartal, 1638.