Hier staan we op het voorplein van het Huis. Heb je niet het gevoel van een oeroude omgeving? Dat komt omdat het hier zo stil is en omdat bijna alles hier is zoals het heel vroeger ook al was. Deze plek is sinds mensenheugenis het centrum van de buurschap geweest. Zie je de keitjes hier? Die liggen in een oud patroon, zoals ze dat vroeger deden. Kijk eens naar het Huis. Zie je opvallende dingen?
-De luiken!
-Dat torentje op het dak!
-Nou, ik zie nog wel meer. Kijk maar goed, dan zie je dingen die je op gewone huizen niet ziet.
-De hele grote deuren!
-Die stenen!
-Juist, die stenen, de wapenstenen. Die zijn hier heel bijzonder. De oudste, van 1637 zit daar in de hoek, boven de linkerdeur. Boven die grote poortdeuren in de vleugels zie je ook wapenstenen, met jaartallen erbij. Die zijn van Gerard Adolph, de beroemdste Bentinck van Breckelenkamp en zijn vrouw Lucretia van Camont.
-Zie je dat torentje op het dak? Met dat luiklokje erin? Dat is het oudste ijzeren klokje van Nederland. Het luidt drie keer per dag. Dat klokje is daar gekomen door de laatste Bentinck van Breckelenkamp, Herman Otto Bentinck. Er was een kapel in het Huis en daar liet hij diensten houden voor de vervolgde katholieken uit Lattrop-Breklenkamp. Dat klokje riep de katholieken voor de dienst bij elkaar.
-Net als bij de kerk!
-Ja, precies wat de kerkklokken doen. Die Herman Otto stierf in 1799 en dat was ook het einde van de Bentincks van Breckelenkamp. Maar hij heeft heel veel voor de katholieken hier gedaan. Hij spande zich zijn halve leven in voor de parochie van Lattrop en Breklenkamp. Hij maakte het zelf niet meer mee, maar door hem werd de parochie gesticht en daardoor is in 1816 ook de kerk in Lattrop gebouwd.